De aanvraag zal vermoedelijk morgen door de rechtbank worden behandeld. Wordt besloten surséance te verlenen dat zullen twee of meer bewindvoerders benoemd worden. Directeur Hesselberth zal de schuldeisers (gemeente, belasting, bedrijfsvereniging en bank vandaag op de hoogte stellen van het besluit. FC Utrecht heeft op dit moment een schuld van 3,5 miljoen.

Eric Vile voorzitter van het sectie- bestuur Betaald Voetbal van de KNVB heeft gisteravond nog verklaard dat wanneer FC Utrecht uit de Competitie wordt teruggetrokken al de eerder gespeelde wedstrijden uit de ranglijst zullen vervallen. Dat heeft dan consequenties voor de ploegen die tegen FC Utrecht en of meer punten hebben. Overigens overweegt de KNVB pas m e dergelijke maatregel wanneer KNVB voorlopig verleende surséance een definitief uitstel van betaling of faillissement volgt. Veel trek om mededeling dat het van belang is het zover te laten komen heeft Vilé dat FC Utrecht het einde van het evenwel niet, gezien zijn eerdere seizoen haalt.

De bestuurders Werkhoven, Van Veenendaal, Maarschalkweerd, Bartels, Van Leur, Gennissen en Van der Linden hadden B en W al eerder meegedeeld dat het wilde terugtreden als dit in het belang van de FC Utrecht was. Wethouder Pot achtte dat niet noodzakelijk. „Ik kan me voorstellen dat een bestuur dat zo te kort geschoten is, wil meewerken om de zaken weer in goede banen te leiden. Het moment om de wacht af te lossen is nog niet gekomen." Vrijdag gelastte de wethouder een justitieel onderzoek naar de handel en wandel van FC Utrecht. De club wordt ervan verdacht té lage recettes te hebben opgegeven om zo zwartgeldbetalingen te kunnen doen aan werknemers. Het sectiebestuur betaald voetbal van de KNVB gaat niet in op het verzoek van de gemeente Utrecht om samen met het Budget Bewakings Instituut (BBI) en de FC Utrecht te praten over de financiële toekomst van de eredivisieclub. De KNVB heeft B en W van Utrecht laten weten dat ze niets kunnen doen. Sectievoorzitter Vilé: „Vele clubs in het betaalde voetbal hebben financiële problemen, we kunnen geen precedent scheppen voor FC Utrecht."

De enige hulp die het sectiebestuur biedt, is een bijdrage uit het noodfonds, een potje waaruit clubs die tijdelijk in liquiditeitsproblemen gekomen zijn door een tegenvaller per jaar ten hoogste ƒ 55.000 kunnen lenen. „Dat bedrag is voor dit seizoen al aan de FC uitgekeerd toen ze zon drie maanden geleden in liquiditeitsproblemen waren. Meer geld kunnen we niet inbrengen zodat deelnemen aan het gesprek geen zin heeft", zegt voorzitter Vilé. Voorzitter Werkhoven was niet op de hoogte van de brief van de gemeente Utrecht aan de KNVB. Bij faillissement van FC Utrecht of bij een aanvraag van surséance van betaling kan de KNVB dus de licentie van FC Utrecht intrekken. En daarmee is de Domstad zijn plaats in de hoogste voetbalafdeling kwijt. Voorzitter Vilé van de sectie betaald voetbal, in 1980 nog bestuurslid van de FC: „Een nieuwe stichting kan die licentie niet zo maar krijgen. Veel clubs zijn in financiële problemen en zouden op hetzelfde idee kunnen komen. Stichting opheffen en dan opnieuw beginnen. Nee, zo werkt dat niet. We moeten aan de belangen van de crediteuren die miljoenen tegoed hebben van het betaalde voetbal denken."