- Verhalen
- Verhalen jaren 70
- Vechtpartij in de Galgenwaard 1970
- Politiehond bijt woedende supporter 1971
- Politie te op Galgenwaard 2 oktober 1972
- Opnieuw Rellen in Galgenwaard tegen Ajax 1972
- FC –aanhang roert zich in Breda 1974
- Tumult na afloop FC Utrecht – Ajax 19741975
- Ajax FC Utrecht Fietsketting in de meer 1976
- Rebellen van de Bunnikzijde 1976
- Dagboek van een FC supporter Ajax (19761977)
- Dagboek van een FC supporter Deel II (19761977)
- Incidenten tussen supporters groeide uit 1976
- FC Utrecht fans Manchester United achterna Haarle
- FC Utrecht relschoppers aan de ketting November 19
- Dat doe je een kind niet aan 19761977
- Utrechtse guerrilla 19761977
- Jonge fans FC geen rot jongens 1977
- Arrestaties slopen supporterstrein 1977
- De Amsterdamse tegen zet 1978
- Politie Fouilleert in Utrecht 9761977
- Massale knokpartij na afloop MVVFC Utrecht 1978
- Verhalen jaren 80
- Verhalen jaren 90
- Erop of er onder in Breda 8 Mei 1994
- Verhalen jaren 2000
- Niet joden maar homo's moeten boos zijn
- Supportersverhalen
- Tot Wenen liep alles gesmeerd 1980
- De Bunnikside iets om trots op te zijn
- Er zijn zo van die dagen I
- Er zijn zo van die dagen II
- Er zijn zo van die dagen III
- Verhalen FC Utrecht
- FC Historie Seizoen 19701971
- FC Utrecht Historie Seizoen 19711972
- FC Utrecht handig met stickies 19721973
- Blagov Istatov vraagt teveel 1978
FC Utrecht zag op 1 juli 1970 het licht na een fusie tussen de Utrechtse voetbalverenigingen Elinkwijk, Velox en DOS. De laatste was in 1958 kampioen van Nederland. FC Utrecht speelde zijn thuiswedstrijden in de Galgenwaard. In dat stadion zaten de trouwe supporters op de Bunnikzijde, die vernoemd was naar de ligging van die zijde. Aangezien diezelfde supporters ook regelmatig de uitwedstrijden die" hun" club speelde, bezochten werd die groep al snel bekend als Bunnikside.
Al snel kreeg de Bunnikside de reputatie van relschoppers. "Dat geweld begon voor de FC Utrecht-supporters al gelijk bij de eerste wedstrijd op 19 augustus 1970", vertelt Jas Leijgraaff, oud Bunnikzijder. "Dat was de uitwedstrijd tegen Feyenoord. We verloren die wedstrijd met 4-1 . Na de wedstrijd werden de bussen bekogeld met stenen en raakten enkele mensen gewond", gaat Leijgraaff verder.
Daarna ging het snel bergafwaarts met de Bunniksiders. Zij werden vergeleken met de supporters van het Engelse Manchester United. "Toch was de sfeer onderling echt perfect", vervolgt de 42jarige Leijgraaff zijn verhaal. "We zagen elkaar één keer per week in het stadion. Iedereen kende elkaar en kwam voor de ander op." Maar de problemen werden groter toen met het succes van Utrecht het legioen ook groeide. "De supporters van FC Utrecht gingen zich profileren door geweld", zegt Bennie ten Boden, voorzitter van de Utrechtse supportersvereniging. Ten Boden is sinds mei 1992 voorzitter van de supportersvereniging FC Utrecht. Zelf is hij sinds het begin al betrokken bij de club. )k ben al vanaf 1970 supporter van FC Utrecht. Als kind ging ik met mijn vader mee en later ging ik zelf tot de harde kern behoren. Die stond toen bekend om het stelselmatig onveilig maken van de binnensteden
Een memorabele wedstrijd voor zowel Leijgraaff en Ten Boden is de uitwedstrijd tegen Haarlem. "Bij die wedstrijd was onze reputatie ons vooruitgesneld", vertelt Leijgraaff. "De politie kwam bij die wedstrijd op paarden ons vak in om de orde te bewaken." Ook Ten Boden kan zich die wedstrijd nog herinneren. Ik zat boven op het scorebord en werd door de stadionspeaker gevraagd om daar af te klimmen in verband met "levensgevaar" . Daar heb ik zelfs de VI (Voetbal International, een voetbaltijdschrift, red.) mee gehaald".
Het omslagpunt kwam volgens Ten Boden tijdens de zitting van het bestuur onder Theo Aalbers. "Hij begon met het organiseren van de zogenaamde kwartaalavonden." Op deze kwartaalavonden kunnen trouwe supporters hun ei kwijt naar het bestuur en de spelers toe. "Aalbers begon met deze avonden en je zag direct resultaat. De supporters konden op die avonden hun agressie kwijt en hoefden dat zodoende niet meer op het veld te doen."
Sindsdien gaat het een stuk beter met de reputatie van het beruchte supporterslegioen. "Er staat nu ook een nieuwe generatie op de Bunnikside", vertelt Leijgraaff. "Zo'n drie jaar geleden namen twee jongens trommels mee en begonnen daar op te slaan. In navolging van Italië en Spanje werd toen 90 minuten lang gezongen." De sfeer die sindsdien gecreëerd werd had veel positieve gevolgen. "Veel mensen kwamen naar de wedstrijden van FC Utrecht omdat ze nieuwsgierig waren naar het gezang van de Bunnikside." Ten Boden kan zich bij die woorden aansluiten. "Sinds de sfeer honderd procent is omgeslagen loopt het stadion wèer vol. Kijk naar de laatste twee jaar.
Ondanks de tegenvallende resultaten is het stadion wel elke thuiswedstrijd uitverkocht." Ook de spelers van FC Utrecht zijn blij met de Bunnikside. Harry Decheiver, de spits die eerder uitkwam voor Go Ahead Eagles, Heerenveen, RKC en SC Freiburg, koos voor FC Utrecht mede door de sfeer. "Er zijn dingen die ik belangrijker vind dan geld. Eén van die dingen is de sfeer. Elke voetballer zou willen dat hij zulke fantastische supporters achter zich had als dat wij bij FC Utrecht hebben. Voor Nederlandse begrippen is dit uniek. De Bunnikside is iets om als speler trots op te zijn."
Zijn collega Jean-Paul de Jong sluit zich hier volmondig bij aan.) Ik zat van mijn negende tot ongeveer mijn achttiende zelf op de Bunnikside, maar wat er de laatste jaren daar gebeurd is, is niet te vergelijken met die periode. Door het gezang en de aanmoedigingen van de supporters wil je als speler net even iets meer geven dan wanneer je niet zo naar voren geschreeuwd wordt. Het is een onbeschrijfelijk gevoel dat je bekruipt als je de supporters hoort zingen." Volgens De Jong is dit nu juist het bijzondere aan de Bunnikside.
Jas Leijgraaff is dus al vanaf het prille begin "Bunnikzijder." Jochem Geerdink, 24 jaar oud en student in Utrecht heeft sinds twee jaar een vaste plaats op de Bunnikside gevonden. )k kreeg de mogelijkheid om de wedstrijd FC Utrecht-Vitesse te bezoeken op de business-seats. Toen ik daar zat, viel mij één ding direkt op, de supporters op de Bunnikside. Zij zongen 120 minuten...lang "hun" jongens naar de 2-0 overwinning toe."
Geerdink bezocht ook de memorabele wedstrijd tegen FC Twente. "Die zondag vertrokken bijna zestig bussen vanaf stadion Nieuw Galgenwaard. Ikzelf zat in bus twintig samen met enkele vrienden. Die dag stond lijfsbehoud in de Eredivisie op het spel. Utrecht moest minimaal gelijk spelen. Maar dan moest Volendam verliezen van Vitesse." Ruim twee uur later Iwam de colonne aan in Enschede. Daar barstte in het Diekmanstadion het feest los. "Zo'n drieduizend Utrecht-supporters zongen en dansten dat het een lieve lust was. Voor Utrecht scoorden Hans Visser en Raymond Graanoogst. Twente scoorde tegen uit een penalty. Dat was bij een 1-0 voorsprong voor FC Utrecht. Ik ben nog nooit zo uit mijn dak gegaan als toen. Overigens verloor Volendam van Vitesse, waardoor we helemaal veilig waren."
De terugreis naar Utrecht was helemaal een feest. "Op elk viaduct waar wij ondervveg onderdoor kwamen, stonden Utrecht-supporters met vlaggen en spandoeken te zwaaien", vertelt Marijn Aerns, die net als Geerdink sinds twee jaar tot de Bunnikside behoort. "Maar het grootste feest barstte los bij het stadion. De supporters en spelers vierden de uitoverwinning alsof het een finale van de Europacup betrof."
Sindsdien is het legioen elk jaar nog groter geworden. Dit seizoen verkocht FC Utrecht ruim achtduizend seizoenkaarten. Gemiddeld trekken de Domstedelingen ruim tienduizend toeschouwers per wedstrijd.
Supporters die de wedstrijd vanaf de Bunnikside willen volgen, hebben pech. Alle 2200 stoeltjes zijn gereserveerd voor seizoenkaarthouders. Supporters die toch onderdeel willen uitmaken van de Bunnikside zijn aangewezen op de uitwedstrijden. Dan blijkt ook dat het legioen groter is dan alleen de Vakken F en G in stadion Nieuw Galgenwaard. De wedstrijd FC Volendam-FC Utrecht van 2 november jongstleden werd bezocht door zo'n vierduizend Utrecht-supporters. "Uit berichten in de pers blijken andere getallen, maar ik heb genoeg meegemaakt om daar niet meer op af te gaan", besluit Jas Leijgraaff.
Jochem Geerdink en Rick Klaucke